Suyo was een zeer gerespecteerde Zen-meester in de twaalfde eeuw. Hij leefde in een klooster op het Japanse eiland Takeshima en leidde alle meditaties. Ook toen hij zijn einde voelde naderen.
Om makkelijker te kunnen zitten en geen last te hebben van zijn aambeien had hij twee kussens die hij voor elke meditatie onder zijn billen schoof. Om dit te doen hupte hij van de ene naar de andere bil, bukte tenslotte voorover om het kleed achter hem weer recht te trekken en begon zijn meditatie met een gelukzalig gezicht. Zijn belangrijkste leerling Saicho en tevens zijn lijfarts zat steevast links van hem. Saicho was de enige die van zijn ongemak wist.
Toen Suyo op 92 jarige leeftijd overleed was het de bedoeling dat Saicho hem zou opvolgen, maar deze kondigde aan dat hij eerst voor drie jaar op retraite zou gaan. Twee leerlingen zouden zolang het klooster leiden. Na drie jaar kwam Saicho terug van zijn retraite. Om weer te wennen aan het kloosterleven liet hij de leiding van het klooster nog een half jaar bij de twee leerlingen rusten en deed als monnik mee aan de meditatie.
Tot zijn verbazing zag hij dat iedereen twee kussentjes bij zich droeg. Eén werd onder de linkerbil geschoven en de ander onder de rechterbil. Vervolgens hupste elk monnik enige malen en ronde dit af met een buiging. Vervolgens begon de meditatie. Dit ritueel herhaalde zich bij elke meditatie. Na enkele dagen vroeg Saicho de beide interim-abten waarvoor dit ritueel was. Zij antwoordden dat zij dit overgenomen hadden van Suyo omdat deze grote meester dit altijd deed om vervolgens tot een gelukzalige meditatie te komen…
Moraal van het verhaal: Neem niets zomaar aan. Blijf alert en verval niet in patronen die geen doel dienen.